Een indrukwekkend stuk vlees: de Brisket! In dit recept beperken we ons tot de platte spier ofwel de flat. Dit is de bovenste spier van een full packer. We hebben gekozen voor een eenvoudige rub van enkel peper en zout.
Breng je barbecue op temperatuur. We gaan lang en op lage temperatuur garen op 107 - 110 graden. Zorg dat je voldoende rookhout hebt.
1 van de belangrijkste onderdelen van het maken van een Brisket is het trimmen van het vlees. Neem hier de tijd voor om het goed te doen. Het doel is dat je aan de vetkant ongeveer 1 - 1,5 cm vet hebt zitten. Snijd al het overtollige vet weg. Aan de onderkant doe je het zelfde, daarnaast haal je ook het wit achtige vlies helemaal weg.
De verhouding van het peper en zout is 2 delen peper op 1 deel zout. Meng dit goed door elkaar en strooi het over het vlees aan alle kanten. Dit kan direct voordat je het vlees op de barbecue legt.
Leg de Brisket flat op de barbecue, zorg dat je de komende 4 uur het vlees goed rookt.
Als je de kerntemperatuur meter er nog niet in had zitten doe dat dan nu. Rond de 70 graden zal de Brisket in de stall terecht komen. Dit duurt even. Voordeel van de flat is dat het vlees relatief dun is t.o.v. een full packer. Als je in de stall zit pak je het vlees in butcher paper.
Gaar door tot de 93 graden. Let op: het doel is dat het vlees trilt als een pudding. Het kan zo zijn dat het iets warmer moet. Staar je dus niet blind op de temperatuur maar laat je leiden door het vlees en hoe het voelt.
Als het vlees klaar is dan pak je het in in aluminium folie. Het beste doe je het in een koelbox en laat je de Brisket flat terug koelen tot zon 65 - 70 graden. Dit doe je om de sappen goed te verdelen door het vlees.
Snijd het vlees over de breedte in plakken van 1 - 1,5cm. Eet smakelijk.